Zaterdag 26 september
Gisteravond zijn we bij de Italiaan gaan eten. Joran had een lekkere lasagne en ik had luigine met pesto, we kregen er ook knofloobroodjes bij. En natuurlijk een supergroot glas met bier voor Joran en cola voor mij. Voor het eerst koelde het ‘s avonds wat af en hadden we onze lange broeken aan.
We zijn opnieuw vroeg gaan slapen, want we waren weer erg moe.
De volgende ochtend waren we weer vroeg wakker, voor de wakker van kwart voor 7. Er zat ontbijt inbegrepen, veel stelde het niet voor, maar na alle verhalen over karig ontbijt was het prima.
We zijn gaan rijden rond een uur of 8 en rond half 9 waren we al bij onze eerste stop: Mono lake. Een groot zout meer waar zoutpilaren (tufa’s) zijn gevormd. En we hoefden geen toegang te betalen want het was National Public Lands Day (?!). We vertrokken weer om 9 uur en gingen op weg naar Bodie. Dit is een verlaten stadje, vroeger woonden hier mensen omdat ze naar goud zochten. Er is nog ongeveer 5% over van alle gebouwen die er vroeger stonden, maar het was best groot dus nog genoeg te zien. Op weg hiernaar toe kwamen we langs de ingang van Yosemite National Parc, maar daar komen we later op terug.
Kwart voor 10 arriveerden we en Joran heeft, met behulp van een boekje dat we hadden gekocht, een tour door het stadje verzorgd. De mensen die er woonden hebben veel spullen gewoon achtergelaten, dus er stonden vergane bedden, stoelen en kasten, maar ook auto’s en andere apparaten. We hebben ongeveer een uur hier rondgelopen, helaas konden we niet het gedeelte in waar alle mijnapparaten stonden, dat kon alleen met een guided-tour en die was pas later op de dag.
We reden weer een uur terug en draaiden dit keer wel de weg op naar de ingang van Yosemite. We begonnen aan de Tioga pass, deze weg is een groot deel van het jaar afgesloten wegens sneeuwval. In de winter ligt een groot deel van de weg onder een dik pak sneeuw en kan je de gebieden alleen met ski’s bereiken.
Maar in September kan je meestal wel de weg berijden, mits er geen bosbranden zijn, dus dat kwam mooi uit. De hele weg zijn er mooie uitzichten.
Eerst kwamen we langs een groot meer en een soort van alpenweide. We zijn gestopt om even te lunchen en reden weer verder. We stopten eerst bij Tenyana Lake, een van de mooiste meren van Amerika (zegt men). Daarna stopten we nog bij een uitzichtpunt, Olmsted point, met uitzicht over een groot deel van Yosemite. Vervolgens hebben we weer een heel stuk gereden tot Tuolumne Meadows. Daar hebben we onze wandelschoenen weer aangetrokken en zijn gaan wandelen. Het was ongeveer een tocht van 2 kilometer, we daalden zo`n 150 meter. Aan het eind van de tocht kon je een korte loop maken waar een paar sequioa’s staan. Dit zijn reuzachtige bomen, erg hoog, maar ook heel breed. Sommigen zijn omgevallen, waardoor je ook de wortel van de bomen kon zien en zelfs een stukje de boom in kon lopen. De terugweg was dus bergopwaarts, maar voor ons, geoefende wandelaars, was dit geen probleem. De tocht omhoog duurde even langs als de tocht naar beneden.
We zijn vervolgens verder gereden naar Yosemite valley, hier is ook onze slaapplaats Curry Village. Onderweg zijn we nog gestopt om goed uitzicht te hebben op El Capitan. Een 1 kilometer hoge stenen rots, die in de breedte nog veel groter is.
Rond 5 uur kwamen we aan bij Curry Village, na het inchecken konden we ons onderkomen van vandaag gaan bekijken. Het is een canvas tent die samen met vele andere tenten staat opgesteld in Yosemite Valley. We moesten alles meenemen uit de auto, want ise Yosemite zijn veel beren en die ruiken alles en breken daar ook makkelijk je auto voor open. Dus alles moet in een zogenaamde Bear-box. Dit is een special kast die voor elke tent staat met een special slot, zodat beren het niet open kunnen krijgen. Alles wat een geurtje heeft moet er in, dus eten en drinken, maar ook tandpasta en shampoo. Gelukkig zijn we nog niet heel lang op weg en alles zit dus nog redelijk in de koffer, in plaats van dat het door de auto slingert.
Op onze bear-box hebben we eerst wat gedronken en daarna zijn we eens gaan kijken wat we gingen eten. Erg veel keuze is er midden in het park niet, dus we kozen voor een pizza. Die smaakte prima, de bodem had alleen wel wat knapperiger gemogen.
Nu zijn we terug bij de tent en typ ik dit bericht. Joran lees teen boekje. Straks gaan we, als op een echte camping, tandenpoetsen in het toiletgebouw en daarna hopelijk lekker slapen. Voor morgen hebben we niet echt een concreet plan. We willen nog wat dingen in Yosemite bekijken en misschien nog meer Sequoia’s in Nelder Grove. Daarna rijden we door naar een grote plaats, welke weten we nog niet, dat ligt er aan hoe laat het is. We willen zoveel mogelijk al naar het noorden rijden want de dag erna gaan we naar San Francisco en die avond hebben we een tour naar Alcatraz, de gevangenis.